English
Detailed Translations for bad mood from English to Dutch
bad mood: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bad: slecht; gemeen; vals; min; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; slap; slapjes; stiekem; achterbaks; geniepig; snood; gluiperig; in het geniep
- mood: humeur; bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; stemming; gemoedstoestand; kuur; gril; nuk; luim; geestesgesteldheid; psychische toestand; geestestoestand
Wiktionary Translations for bad mood:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bad mood | → humeurigheid | ↔ mauvaise humeur — disposition chagrine, mécontentement. |