Summary
English to Dutch: more detail...
-
nightfall:
-
Wiktionary:
nightfall → nachtval, avondschemering
nightfall → schemering -
Synonyms for "nightfall":
twilight; dusk; gloaming; gloam; evenfall; fall; crepuscule; crepuscle; hour; time of day
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for nightfall from English to Dutch
nightfall: (*Using Word and Sentence Splitter)
- night: nacht
- fall: vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; sneuvelen; inslapen; heengaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; herfst; najaar; flikkeren; kiepen; tuimelen; kieperen; afname; daling; val; terugloop; minder worden; landing; zakken; kelderen; raken; treffen; terechtkomen; achteruitgang; inzinking; vermindering; teruggang; ondergaan; ten ondergaan; te gronde gaan; herfsttijd; prijsverlaging; prijsdaling; deflatie; baisse; sodemieteren; instorting; neervallen; erin vallen
Spelling Suggestions for: nightfall
nightfall:
Translation Matrix for nightfall:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | crepuscle; crepuscule; dusk; evenfall; fall; gloam; gloaming; twilight |
Synonyms for "nightfall":
Related Definitions for "nightfall":
Wiktionary Translations for nightfall:
nightfall
Cross Translation:
noun
-
the close of the day; the coming of night
- nightfall → nachtval; avondschemering
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nightfall | → schemering | ↔ crépuscule — Lumière après le coucher du soleil |
External Machine Translations: