Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Search: phylum

English and Dutch Search Results for: phylum

Summary

English to Dutch: more detail...

phylum:
- Wiktionary:
  phylum → stam
- Synonyms for "phylum":
  social group
  taxonomic group; taxonomic category; taxon

Dutch to English: more detail...

phylum:
- trunk; shank; stick

English

Detailed Translations for phylum from English to Dutch

phylum:

Related Words for "phylum":

phyla

Synonyms for "phylum":

social group
taxonomic group; taxonomic category; taxon

Related Definitions for "phylum":

(biology) the major taxonomic group of animals and plants; contains classes¹
(linguistics) a large group of languages that are historically related¹

Wiktionary Translations for phylum:

phylum

noun

(biology, taxonomy) A rank in the classification of organisms, below kingdom and above class
- phylum → stam

Dutch

Detailed Translations for phylum from Dutch to English

phylum:

phylum [znw.] nomen

phylum (stam)
the trunk; the shank; the stick
- trunk [the ~] nomen
- shank [the ~] nomen
- stick [the ~] nomen

Translation Matrix for phylum:

Noun	Related Translations	Other Translations
shank	phylum; stam	schacht; schenkel
stick	phylum; stam	baton; hakhout; hockeystick; knoet; knuppel; loot; pook; schacht; slaghout; staaf; staf; stang; stok; takje; twijg; versnellingshandel
trunk	phylum; stam	achterbak; achterbakken; bagageruimte; koffer; kofferbak; kofferruimte; laadbakken; romp
Verb	Related Translations	Other Translations
stick		aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University