Interglot - neutralise: English and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

English to Dutch: more detail...

neutralise:
- neutraliseren; opheffen; terugdraaien; teniet doen; nullificeren; vernietigen; ondervangen; ontkrachten; tenietdoen; nietig verklaren; nietig maken
Wiktionary:
- neutralise → neutraliseren

English

Detailed Translations for neutralise from English to Dutch

to neutralise (neutralize)
neutraliseren
- neutraliseren verb (neutraliseer, neutraliseert, neutraliseerde, neutraliseerden, geneutraliseerd)
to neutralise (cancel; neutralize; undo; unhitch; unpick)
opheffen; terugdraaien; teniet doen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
- opheffen verb (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
- terugdraaien verb (draai terug, draait terug, draaide terug, draaiden terug, teruggedraaid)
- teniet doen verb
- nullificeren verb
- vernietigen verb (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
- ondervangen verb (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
neutralise (neutralize; nullify; negate)

– make ineffective by counterbalancing the effect of ¹
ontkrachten; tenietdoen; nietig verklaren; nietig maken
- ontkrachten verb (ontkracht, ontkrachtte, ontkrachtten, ontkracht)
- tenietdoen verb
- nietig verklaren verb (verklaar nietig, verklaart nietig, verklaarde nietig, verklaarden nietig, nietig verklaard)
- nietig maken verb

Noun	Related Translations	Other Translations
opheffen		lifting; removal; revoking; withdrawal
Verb	Related Translations	Other Translations
neutraliseren	neutralise; neutralize
nietig maken	negate; neutralise; neutralize; nullify
nietig verklaren	negate; neutralise; neutralize; nullify	annul; cancel; rescind
nullificeren	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	abolish; annul; cancel; nullify; undo
ondervangen	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	abolish; annul; cancel; catch on the way; intercept; meet with objections; nullify; receive; undo
ontkrachten	negate; neutralise; neutralize; nullify	invalidate; take the edge of
opheffen	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	abolish; adjourn; annul; break down; break up; cancel; disband; dissolve; heave; lift; lift up; melt away; nullify; raise; sever; shut down; undo
teniet doen	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	abolish; annul; cancel; nullify; undo
tenietdoen	negate; neutralise; neutralize; nullify	annul; cancel; nullify; undo
terugdraaien	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	roll back; slacken
vernietigen	cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick	abolish; annul; cancel; convert into scrap; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; nullify; ruin; scrap; undo; wear out; work to death; wreck
-	counteract; counterbalance; countervail; do in; knock off; liquidate; neutralize; waste

neutralise

verb