Summary
English to Dutch: more detail...
-
absent onself:
-
Wiktionary:
absent onself → afrijden, uitlopen, uitvaren, vertrekken, wegrijden, starten, afgaan, weggaan, zich verwijderen, afvuren, losbranden, opstappen, op weg gaan, tijgen, aan de gang brengen
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for absent onself from Dutch to English
absent onself: (*Using Word and Sentence Splitter)
External Machine Translations: