English
Detailed Translations for cast up from English to Dutch
cast up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cast: gips; gooi; worp; handeling van gooien; vorm; afgietsel; gietsel; afgieting; gipsverband; betoverd; afwerpen; afsmijten; smijten; cast-conversie
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
Spelling Suggestions for: cast up
Wiktionary Translations for cast up:
External Machine Translations:
Related Translations for cast up
Dutch