Summary
English to Dutch: more detail...
-
give the lie:
-
Wiktionary:
give the lie → tegenspreken, weerleggen, ontkennen, weerspreken
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for give the lie from English to Dutch
give the lie: (*Using Word and Sentence Splitter)
- give: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; reiken; aanbieden; verstrekken; verlenen; declareren; toewijzen; toekennen; gunnen; toebedelen; iets toekennen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; bestellen; brengen; bezorgen; afleveren; rondbrengen; thuisbezorgen
- the: het; de
- lie: liegen; jokken; leugen; bedrog; onwaarheid; afzetten; tillen; bedotten; voorliegen; voorjokken; liggen; gelegen zijn
Wiktionary Translations for give the lie:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• give the lie | → tegenspreken; weerleggen; ontkennen; weerspreken | ↔ démentir — contredire quelqu’un nier la véracité de ce qu’il affirmer. |
External Machine Translations: