Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. mine:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for mine:
    • mijne
Dutch to English:   more detail...
  1. min:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for mine from English to Dutch

mine:

mine [the ~] nomen

  1. the mine (pit)
    de mijn; mijngroeve; de groeve
  2. the mine (mineshaft; pit)
    de groeve; de mijnschacht

Translation Matrix for mine:

NounRelated TranslationsOther Translations
groeve mine; mineshaft; pit furrow; groove; quarry; stone pit
mijn mine; pit mining operation
mijngroeve mine; pit
mijnschacht mine; mineshaft; pit
OtherRelated TranslationsOther Translations
mijn my
- mining; mining industry; pit

Related Words for "mine":


Synonyms for "mine":


Related Definitions for "mine":

  1. explosive device that explodes on contact; designed to destroy vehicles or ships or to kill or maim personnel1
  2. excavation in the earth from which ores and minerals are extracted1
  3. lay mines1
    • The Vietnamese mined Cambodia1
  4. get from the earth by excavation1
    • mine ores and metals1

Wiktionary Translations for mine:

mine
verb
  1. sow mines in
  2. remove from the ground
noun
  1. exploding device
  2. place from which ore is extracted
en-pron
  1. that which belongs to me
mine
noun
  1. onderaardse plaats waar delfstoffen gewonnen worden
  2. voorwerp gevuld met springstof die ontploft bij aanraking
  3. zeemijn, drijvende bom die bij contact met een schip ontploft

Cross Translation:
FromToVia
mine mijn MineBergwerk, Stollen

User Translations:
Word Translation Votes
mine mijne 7

External Machine Translations:

Related Translations for mine



Dutch

Detailed Translations for mine from Dutch to English

min:

min [de ~ (v)] nomen

  1. de min (zoogmoeder)
    the wet-nurse; the nurse

Translation Matrix for min:

NounRelated TranslationsOther Translations
minus minteken; minus
nurse min; zoogmoeder babyoppas; babysitter; baker; dierverzorger; kinderoppas; oppas; verpleegkundige; verpleegster; verzorger; ziekenverpleegster; ziekenverpleger; zuster
wet-nurse min; zoogmoeder baker
VerbRelated TranslationsOther Translations
mean bedoelen; beduiden; beogen; betekenen; ergens iets mee willen zeggen; inhouden; neerkomen op; ten doel hebben
nurse een baby zogen; geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; koesteren; toedienen; verplegen; verstrekken; verzorgen; zogen; zorgen voor; zorgen voor iets
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
feeble matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes bleekjes; pips; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; wee; ziekelijk; zwak
mean gemeen; min; slecht; vals achterbaks; banaal; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; ploertig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verachtelijk; vuig
mediocre matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes alledaagse; matig; middelmatig; middelmatige
minus min; minus
poor matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; behoeftig; berooid; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; gebrekkig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; kommerlijk; krukkig; mager; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; noodlijdend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bad gemeen; min; slecht; vals achterbaks; ernaast; fout; foutief; geniepig; gluiperig; in het geniep; mis; onjuist; onwaar; slap; slapjes; snood; stiekem; ten onrechte; verkeerd
not bad matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes niet mis; niet slecht
not very good matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig

Related Words for "min":


Antonyms for "min":


Related Definitions for "min":

  1. dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste2
    • zeven min drie is vier2
  2. slecht of gemeen2
    • dat is een minne streek2
  3. wat negatief is, minder dan nul2
    • het was min tien graden buiten2
  4. weinig2
    • hij wilde zo min mogelijk huilen2
  5. weinig betekenend2
    • ben ik soms te min voor jou?2

Wiktionary Translations for min:

min
noun
  1. een voedster, een vrouw die tegen betaling een vreemd kind zoogt
adverb
  1. minus, verminderd met (-)
min
noun
  1. person who takes care of other people's young
  2. woman hired to suckle another woman's child
adjective
  1. mathematics: less than zero
  2. on the negative part of a scale
  3. negative
en-con
  1. mathematics: less

Cross Translation:
FromToVia
min love; affection amoursentiment intense et agréable qui inciter les êtres à s’unir.

External Machine Translations: