English
Detailed Translations for wildland from English to Dutch
wildland: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wild: ruw; wild; ruig; woest; ongetemd; enig; dolletjes; blindelings; kokend; verwilderd; lukraak; ziedend; in het wilde weg; bandeloos; woestenij; wildernis
- land: land; landmassa; landen; neerkomen; op de grond komen; afdalen; neerdalen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen; raken; treffen; terechtkomen; eindigen; aflopen; teneindelopen; op zijn pootjes terechtkomen
- Åland: Åland
Wiktionary Translations for wildland:
Dutch