Summary
English to Dutch: more detail...
-
official trip:
-
Wiktionary:
official trip → dienstreis, zakenreis
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for official trip from English to Dutch
official trip: (*Using Word and Sentence Splitter)
- official: officieel; formeel; ambtelijk; ambtenaar; functionaresse
- trip: reis; gang; tocht; rit; toer; tournee; dagreis; struikelen; uitstapje; excursie; dagtocht; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje; uitje; toertje; trippelen; met trippelpasjes lopen; met vlugge pasjes gaan; slippen; uitglijden; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; strompelen
Wiktionary Translations for official trip:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• official trip | → dienstreis; zakenreis | ↔ Dienstreise — eine Reise in dienstlichem Auftrag |
External Machine Translations: