Summary
English to Dutch: more detail...
- consternation:
-
Wiktionary:
- consternation → commotie, consternatie
- consternation → verbijstering, loomheid, slapheid, traagheid, vadsigheid, slapte, stilstand, droefgeestigheid, melancholie, zwaarmoedigheid, weemoed, bedroefdheid, mistroostigheid, somberheid, afmatting, matheid, moeheid, vermoeidheid, vermoeienis, consternatie, ontsteltenis, verslagenheid, aftrek, apathie, dofheid, lusteloosheid, wezenloosheid, moedeloosheid, stupor
English
Detailed Translations for consternation from English to Dutch
consternation:
Translation Matrix for consternation:
Noun | Related Translations | Other Translations |
consternatie | consternation; dismay | |
schrik | alarm; confusion; consternation; dismay; fright; repulsion; upset | |
verbijstering | alarm; confusion; consternation; dismay; fright; repulsion; upset | bewilderment; confusion; perplexity; puzzlement |
verslagenheid | consternation; dejection; dismay | |
- | alarm; dismay |
Synonyms for "consternation":
Related Definitions for "consternation":
Wiktionary Translations for consternation:
consternation
Cross Translation:
noun
-
onrust bij een groep mensen
-
een situatie waarin men zich geen raad meer weet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• consternation | → verbijstering | ↔ Bestürzung — Gefühl zufolge einer unerwarteten schlechten Nachricht |
• consternation | → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid | ↔ abattement — diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques. |
• consternation | → stupor; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid | ↔ stupeur — médecine|fr trouble organique et mental, caractérisé par la suspension complète de toute activité mentale et extérieure. |
• consternation | → stupor; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid | ↔ stupéfaction — étonnement profond qui produire la stupeur. |