English
Detailed Translations for drive crazy from English to Dutch
drive crazy: (*Using Word and Sentence Splitter)
- drive: rijden; karren; motor; aandrijving; autorijden; opwekken; stimuleren; aansporen; prikkelen; aandrijven; opkrikken; sturen; reis; zenden; gang; tocht; uitstapje; rit; excursie; toer; tournee; dagreis; aan het stuur zitten; oprit; oprijlaan; inrit; kracht; energie; daadkracht; werklust; momentum; fut; puf; esprit; heien; uitje; trip; tochtje; toertje; dynamiek; voortstuwing; stuwkracht; drift; instinct; aandrift; stimulans; prikkel; impuls; opzwepen; mennen; een paard mennen; sterk prikkelen; aanzetten; berijden; klopjacht; drijfjacht; heenrit; station; rijtoer; rijtochtje; diskettestation; schijfstation
- crazy: gek; idioot; gestoord; zot; achterlijk; maf; krankzinnig; mesjogge; stupide; idioterig; geflipt; mal; geestelijk gestoord; geschift; knots; getikt; knettergek; krankjorum; kierewiet; hoorndol; niet goed snik; vreemd; typisch; eigenaardig; dwaas; bizar; grotesk; mesjokke
Wiktionary Translations for drive crazy:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drive crazy | → gek maken | ↔ affoler — rendre comme fou. |