Summary
English to Dutch: more detail...
-
study hall:
-
Wiktionary:
study hall → studiezaal -
Synonyms for "study hall":
time period; period of time; period
classroom; schoolroom
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for study hall from English to Dutch
study hall: (*Using Word and Sentence Splitter)
- study: bestuderen; cursus; studie; leergang; kursus; studeren; blokken; onderzoeken; oefenstuk; leren; verwerven; aanleren; opsteken; oppikken; eigen maken; praktijk; artsenpraktijk; instuderen; studeerkamer; werkkamer; studeervertrek; vossen; onderwijzen; leerstof erin stampen; naspeuren; nasporen; navorsen
- hall: zaal; grote kamer; hal; entreehal; entree; portaal; voorportaal; vestibule; vishal; ridderzaal; voorhuis; voorhal; narthex; voorvertrek
study hall:
Synonyms for "study hall":
Related Definitions for "study hall":
Wiktionary Translations for study hall:
study hall
noun
-
location
- study hall → studiezaal