Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. water-ski:
  2. water ski:
  3. Wiktionary:
Dutch to English:   more detail...
  1. waterski:
  2. waterskiën:
  3. Wiktionary:


English

Detailed Translations for waterski from English to Dutch

water-ski:

water-ski verb

  1. water-ski
    waterskiën
    • waterskiën verb (waterski, waterskiet, waterskiede, waterskieden, gewaterskied)

Translation Matrix for water-ski:

VerbRelated TranslationsOther Translations
waterskiën water-ski

water ski:

water ski [the ~] nomen

  1. the water ski
    de waterski

Translation Matrix for water ski:

NounRelated TranslationsOther Translations
waterski water ski

Synonyms for "water ski":


Related Definitions for "water ski":

  1. broad ski for skimming over water towed by a speedboat1
  2. ride water skis1


Wiktionary Translations for waterski:

waterski
noun
  1. ski voor het waterskiën

External Machine Translations:


Dutch

Detailed Translations for waterski from Dutch to English

waterski:

waterski [de ~ (m)] nomen

  1. de waterski
    the water ski

Translation Matrix for waterski:

NounRelated TranslationsOther Translations
water ski waterski

Wiktionary Translations for waterski:

waterski
noun
  1. ski voor het waterskiën

Cross Translation:
FromToVia
waterski water skiing ski nautiquesport consistant à glisser sur l’eau, tracté par un bateau et chaussé de skis.

waterskiën:

waterskiën verb (waterski, waterskiet, waterskiede, waterskieden, gewaterskied)

  1. waterskiën

Conjugations for waterskiën:

o.t.t.
  1. waterski
  2. waterskiet
  3. waterskiet
  4. waterskiën
  5. waterskiën
  6. waterskiën
o.v.t.
  1. waterskiede
  2. waterskiede
  3. waterskiede
  4. waterskieden
  5. waterskieden
  6. waterskieden
v.t.t.
  1. heb gewaterskied
  2. hebt gewaterskied
  3. heeft gewaterskied
  4. hebben gewaterskied
  5. hebben gewaterskied
  6. hebben gewaterskied
v.v.t.
  1. had gewaterskied
  2. had gewaterskied
  3. had gewaterskied
  4. hadden gewaterskied
  5. hadden gewaterskied
  6. hadden gewaterskied
o.t.t.t.
  1. zal waterskiën
  2. zult waterskiën
  3. zal waterskiën
  4. zullen waterskiën
  5. zullen waterskiën
  6. zullen waterskiën
o.v.t.t.
  1. zou waterskiën
  2. zou waterskiën
  3. zou waterskiën
  4. zouden waterskiën
  5. zouden waterskiën
  6. zouden waterskiën
diversen
  1. waterski!
  2. waterskiet!
  3. gewaterskied
  4. waterskiënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for waterskiën:

VerbRelated TranslationsOther Translations
water-ski waterskiën

Wiktionary Translations for waterskiën:

waterskiën
verb
  1. zich op waterski's achter een snelle boot laten voorttrekken

External Machine Translations: