Interglot - economise: English and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

English to Dutch: more detail...

economise:
- besparen; bezuinigen; matigen; korten; geld besparen; minder gebruiken; zuinig zijn
Wiktionary:
- economise → besparen, bezuinigen, sparen, uitsparen, uitwinnen, uitzuinigen

English

Detailed Translations for economise from English to Dutch

to economise (economize; cut down; save)
besparen; bezuinigen; matigen; korten
- besparen verb (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
- bezuinigen verb (bezuinig, bezuinigt, bezuinigde, bezuinigden, bezuinigd)
- matigen verb (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
- korten verb (kort, kortte, kortten, gekort)
to economise (economize; save; spare; moderate; have left)
besparen; matigen; geld besparen; minder gebruiken
- besparen verb (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
- matigen verb (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
- geld besparen verb
- minder gebruiken verb
to economise (use less; moderate; economize)
minder gebruiken; besparen; matigen
- minder gebruiken verb
- besparen verb (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
- matigen verb (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
to economise (be economical; economize; manage economically)
zuinig zijn
- zuinig zijn verb

Noun	Related Translations	Other Translations
korten		abbreviating; abridgement; abridging; decrease; shrinking; shrinking back
zuinig zijn		being economical
Verb	Related Translations	Other Translations
besparen	cut down; economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less
bezuinigen	cut down; economise; economize; save
geld besparen	economise; economize; have left; moderate; save; spare
korten	cut down; economise; economize; save	abbreviate; clip; cut; cut close; pare; shorten; skim; trim
matigen	cut down; economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less	control; keep back; moderate; restrain; subdue; use sparingly
minder gebruiken	economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less
zuinig zijn	be economical; economise; economize; manage economically
-	conserve; economize; husband; save
Other	Related Translations	Other Translations
-	economize

Cross Translation:

From	To	Via
• economise	→ besparen	↔ sparen — weniger Geld ausgeben
• economise	→ bezuinigen; sparen; besparen; uitsparen; uitwinnen; uitzuinigen	↔ économiser — dépenser avec ménagement, avec le souci d’épargner.