English
Detailed Translations for rentage from English to Dutch
rentage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- rent: verhuren; huur; huurprijs; huursom; huishuur; pachten; pacht; scheur; torn
- age: eeuw; honderd jaar; leeftijd; periode; tijdperk; tijdvak; tijdsverloop; epoch; tijdsgewricht; epoche; tijd; ouderdom; oudheid; jaartelling; era; tijdrekening; rijpen; rijp worden; rangschikken naar ouderdom; ouderdomsrangschikking; ouderdom berekenen
- rend: verscheuren; kapot scheuren; stuk scheuren