Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate announcement

Translate announcement from English to Dutch

Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. announcement:
  2. announce:
  3. Wiktionary:

English

Detailed Translations for announcement from English to Dutch

announcement:

announcement [the ~] nomen

  1. the announcement
    de aankondiging; het bericht; de melding
  2. the announcement (statement; message; report; piece of news)
    de mededeling; de boodschap; het bericht; de vermelding; de uitspraak; de opgave; gewag; de melding; de verwittiging; de tijding; de bekendmaking; het relaas
  3. the announcement (notice; proclamation)
    de mededeling; de kennisgeving; de verwittiging; de convocatie
  4. the announcement (notification; statement)
    de toelichting; het statement; de mededeling; de verklaring; de declaratie; de bevestiging; de aangifte; de bewering; de opheldering; de uitlegging
  5. the announcement (proclamation; declaration; publication)
    de bekendmaking; de proclamatie; de melding; de aankondiging; de kennisgeving; de afkondiging; de verkondiging; de mededeling
  6. the announcement (notification; making known)
    informeren; aankondigen; de kennisgeving; kennisgeven; aanzeggen; konde doen
  7. the announcement (notification; subpoena; summons)
    de kennisgeving; de aanschrijving; de aanzegging
  8. the announcement (information; notification; notice)
    de informatie; de kennisgeving; de convocatie; de mededeling; de verwittiging
  9. the announcement (publication; disclosure; proclamation; declaration)
    de publicatie; openbare publicatie; de uitgave; publikatie; de uitgifte
  10. the announcement
    – A Windows Media metafile that gives a player the information needed to receive content. Announcement files contain Extensible Markup Language (XML) scripts. 1
    de aankondiging

Translation Matrix for announcement:

NounRelated TranslationsOther Translations
aangifte announcement; notification; statement declaration
aankondigen announcement; making known; notification announcing; giving notice of; proclaiming
aankondiging announcement; declaration; proclamation; publication ad; advert; advertisement; advertising; advertizement; advertizing; announcing
aanschrijving announcement; notification; subpoena; summons notification; subpoena; summons; warrant
aanzeggen announcement; making known; notification giving notice of; notifying
aanzegging announcement; notification; subpoena; summons
afkondiging announcement; declaration; proclamation; publication declaration; decree; proclamation; promulgation; publication
bekendmaking announcement; declaration; message; piece of news; proclamation; publication; report; statement declaration; display; proclamation; promulgation; publication
bericht announcement; message; piece of news; report; statement account; article; commentary; document; intelligence; journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; post; report; tidings; weekly
bevestiging announcement; notification; statement ACK; acknowledgement; affirmation; attachment; authorisation; authorization; confirmation; fastening; fixing; installation; placement; positioning; securing; that wich fastens things; tieing up
bewering announcement; notification; statement assertion; attitude; position; stand; statement
boodschap announcement; message; piece of news; report; statement acquisition; gain; message; profit; purchase; shoppings
convocatie announcement; information; notice; notification; proclamation call; convocation; summons
declaratie announcement; notification; statement bill for expenses; declaration; expense sheet; expenses claim
gewag announcement; message; piece of news; report; statement
informatie announcement; information; notice; notification clarification; clearing; delegation of knowledge; enlightenment; explanation; information; information system
informeren announcement; making known; notification information; informing
kennisgeven announcement; making known; notification
kennisgeving announcement; declaration; information; making known; notice; notification; proclamation; publication; subpoena; summons notice; notification; subpoena; summons; warrant
konde doen announcement; making known; notification
mededeling announcement; declaration; information; message; notice; notification; piece of news; proclamation; publication; report; statement
melding announcement; declaration; message; piece of news; proclamation; publication; report; statement alert; declaration; notification
openbare publicatie announcement; declaration; disclosure; proclamation; publication declaration; disclosure; proclamation; promulgation; publication
opgave announcement; message; piece of news; report; statement assignment; list; problem; problematical case; problems; question; record; registration; report; resignation; statement; summary; task; teaching exercise
opheldering announcement; notification; statement clarification; clearing; communication; elucidation; enlightenment; explaining; explanation; information; notice
proclamatie announcement; declaration; proclamation; publication declaration; proclamation; promulgation; publication
publicatie announcement; declaration; disclosure; proclamation; publication article; declaration; disclosure; proclamation; promulgation; publication; publishing
publikatie announcement; declaration; disclosure; proclamation; publication
relaas announcement; message; piece of news; report; statement legend; myth; narration; story; tale
statement announcement; notification; statement
tijding announcement; message; piece of news; report; statement intelligence; message; news; piece of news; report; tidings
toelichting announcement; notification; statement annex; appendix; clarification; clearing; commentary; communication; elucidation; enclosure; enlightenment; explaining; explanation; information; inset; notice; supplement
uitgave announcement; declaration; disclosure; proclamation; publication circulation; delivery; edition; expense; impression; issue; print; publishing; spending
uitgifte announcement; declaration; disclosure; proclamation; publication distribution; granting; issue
uitlegging announcement; notification; statement expansion
uitspraak announcement; message; piece of news; report; statement articulation; cathedral; enunciation; judgement; pronunciation; sentence; verdict
verklaring announcement; notification; statement charge; clarification; clearing; communication; declaration; elucidation; enlightenment; explaining; explanation; information; interpretation; notice; reading; report; statement; testimony; version
verkondiging announcement; declaration; proclamation; publication
vermelding announcement; message; piece of news; report; statement entry
verwittiging announcement; information; message; notice; notification; piece of news; proclamation; report; statement
- annunciation; declaration; proclamation; promulgation
VerbRelated TranslationsOther Translations
aankondigen announce; proclaim
aanzeggen announce; give notice of
informeren announce; call attention to; indicate; inform; inquire about; instil; instill; make inquiries about; make known; notify; point out; report; send word; state; tell
konde doen announce; give notice of
OtherRelated TranslationsOther Translations
- Annunciation; preaching; proclamation

Related Words for "announcement":


Synonyms for "announcement":


Related Definitions for "announcement":

  1. a formal public statement2
    • the government made an announcement about changes in the drug war2
  2. a public statement containing information about an event that has happened or is going to happen2
    • the announcement appeared in the local newspaper2
  3. A Windows Media metafile that gives a player the information needed to receive content. Announcement files contain Extensible Markup Language (XML) scripts.1

Wiktionary Translations for announcement:

announcement
noun
  1. announcement
announcement
noun
  1. bekendmaking
  2. informatie die bekend wordt gemaakt
Cross Translation:
FromToVia
• announcement → bekendmaking; bericht; kennisgeving; tijding; verwittiging; mare; informatie; inlichting; terechtwijzing ↔ renseignement — indice qui nous aider à connaître certaines choses ou qui nous éclairer sur une personne.

announce:

to announce verb (announces, announced, announcing)

  1. to announce (report; inform; state)
    melden; berichten; meedelen; rapporteren; informeren; verslag uitbrengen
    • melden verb (meld, meldt, meldde, meldden, gemeld)
    • berichten verb (bericht, berichtte, berichtten, bericht)
    • meedelen verb (deel mee, deelt mee, deelde mee, deelden mee, meegedeeld)
    • rapporteren verb (rapporteer, rapporteert, rapporteerde, rapporteerden, gerapporteerd)
    • informeren verb (informeer, informeert, informeerde, informeerden, geïnformeerd)
    • verslag uitbrengen verb (breng verslag uit, brengt verslag uit, bracht verslag uit, brachten verslag uit, verslag uitgebracht)
  2. to announce (proclaim)
    aankondigen; annonceren
    • aankondigen verb (kondig aan, kondigt aan, kondigde aan, kondigden aan, aangekondigd)
    • annonceren verb (annonceer, annonceert, annonceerde, annonceerden, geannonceerd)
  3. to announce (proclaim; declare; state; expound)
    bekendmaken; proclameren; afkondigen
    • bekendmaken verb (maak bekend, maakt bekend, maakte bekend, maakten bekend, bekendgemaakt)
    • proclameren verb (proclameer, proclameert, proclameerde, proclameerden, geproclameerd)
    • afkondigen verb (kondig af, kondigt af, kondigde af, kondigden af, afgekondigd)
  4. to announce (inform)
    aandienen
    • aandienen verb (dien aan, dient aan, diende aan, dienden aan, aangediend)
  5. to announce (inform)
    iets aankondigen
  6. to announce (give notice of)
    aanschrijven; kennis geven; konde doen; aanzeggen
    • aanschrijven verb (schrijf aan, schrijft aan, schreef aan, schreven aan, aangeschreven)
    • kennis geven verb (geef kennis, geeft kennis, gaf kennis, gaven kennis, kennis gegeven)
    • konde doen verb (doe konde, doet konde, deed konde, deden konde, konde gedaan)
    • aanzeggen verb (zeg aan, zegt aan, zei aan, zeiden aan, aangezegd)
  7. to announce (make one's opinion known; impart; state; )
    verkondigen; mening kenbaar maken
  8. to announce
    zich aandienen; zich voordoen; in aantocht zijn
  9. to announce (advertise; advertize)
    adverteren; per advertentie aankondigen; annonceren

Conjugations for announce:

present
  1. announce
  2. announce
  3. announces
  4. announce
  5. announce
  6. announce
simple past
  1. announced
  2. announced
  3. announced
  4. announced
  5. announced
  6. announced
present perfect
  1. have announced
  2. have announced
  3. has announced
  4. have announced
  5. have announced
  6. have announced
past continuous
  1. was announcing
  2. were announcing
  3. was announcing
  4. were announcing
  5. were announcing
  6. were announcing
future
  1. shall announce
  2. will announce
  3. will announce
  4. shall announce
  5. will announce
  6. will announce
continuous present
  1. am announcing
  2. are announcing
  3. is announcing
  4. are announcing
  5. are announcing
  6. are announcing
subjunctive
  1. be announced
  2. be announced
  3. be announced
  4. be announced
  5. be announced
  6. be announced
diverse
  1. announce!
  2. let's announce!
  5. announced
  6. announcing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for announce:

NounRelated TranslationsOther Translations
aankondigen announcement; announcing; giving notice of; making known; notification; proclaiming
aanschrijven giving notice of; notifying
aanzeggen announcement; giving notice of; making known; notification; notifying
adverteren ad; advert; advertisement; advertising; advertizement; advertizing; announcing
annonceren ad; advert; advertisement; advertising; advertizement; advertizing; announcing
bekendmaken announcing; giving notice of; proclaiming
berichten messaging
informeren announcement; information; informing; making known; notification
konde doen announcement; making known; notification
melden announcing; giving notice of; proclaiming
VerbRelated TranslationsOther Translations
aandienen announce; inform
aankondigen announce; proclaim
aanschrijven announce; give notice of
aanzeggen announce; give notice of
adverteren advertise; advertize; announce advertise; advertize; make propaganda; plug; publish; recruit; solicit
afkondigen announce; declare; expound; proclaim; state call; decree; divulge something; give notice of; make something public; ordain; order; proclaim; to declare; to decree; to ordain
annonceren advertise; advertize; announce; proclaim insert an advertisement; put an advertisement; put something up for sale
bekendmaken announce; declare; expound; proclaim; state divulge something; make something public
berichten announce; inform; report; state inform; report
iets aankondigen announce; inform
in aantocht zijn announce
informeren announce; inform; report; state call attention to; indicate; inform; inquire about; instil; instill; make inquiries about; make known; notify; point out; send word; tell
kennis geven announce; give notice of
konde doen announce; give notice of
meedelen announce; inform; report; state
melden announce; inform; report; state
mening kenbaar maken announce; communicate; impart; inform; intimate; make one's opinion known; state
per advertentie aankondigen advertise; advertize; announce
proclameren announce; declare; expound; proclaim; state
rapporteren announce; inform; report; state
verkondigen announce; communicate; impart; inform; intimate; make one's opinion known; state carry out a message; disseminate; spread
verslag uitbrengen announce; inform; report; state
zich aandienen announce
zich voordoen announce happen; occur; pass; take place
- annunciate; declare; denote; foretell; harbinger; herald
OtherRelated TranslationsOther Translations
- make known; make public; proclaim

Related Words for "announce":


Synonyms for "announce":


Related Definitions for "announce":

  1. announce publicly or officially2
  2. foreshadow or presage2
  3. make known; make an announcement2
  4. give the names of2
    • He announced the winners of the spelling bee2

Wiktionary Translations for announce:

announce
verb
  1. to pronounce; declare by judicial sentence
  2. to give public notice, or first notice of
announce
verb
  1. (overgankelijk) de komst melden van
  2. bekendmaken
  3. doen vernemen
Cross Translation:
FromToVia
• announce → aankondigen ↔ ankündigen — darüber informieren, was sein wird
• announce → verkondigen; bekendmaken ↔ verkünden — (transitiv) öffentlich sagen
• announce → annonceren; adverteren; aankondigen; aandienen ↔ annoncer — Faire connaître.
• announce → inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre.
• announce → afkondigen; openbaar maken; publiceren; ruchtbaar maken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen ↔ publier — rendre public et notoire.

External Machine Translations:

Related Translations for announcement







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.1170 seconds
Page rendered in 1.0 seconds