Summary
English to Dutch: more detail...
-
backhand stroke:
The word backhand stroke exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "backhand stroke":
backhand; backhand shot; return
-
Synonyms for "backhand stroke":
English
Detailed Translations for backhand stroke from English to Dutch
backhand stroke: (*Using Word and Sentence Splitter)
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
- hand: hand; poot; klauw; jat; knuist; wijzer; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; medewerker; werknemer; arbeider; personeelslid; werkkracht; arbeidskracht; klerk; reiken; aanbieden; handje; werker; werkman; knecht; handdruk; boerenknecht; hulpje
- Back: Terug
- stroke: hersenbloeding; beroerte; attaque; apoplexie; knuffelen; liefkozen; hartaanval; hartinfarct; hartverlamming; infarct; handslag; herseninfarct; kwaststreek
backhand stroke:
Translation Matrix for backhand stroke:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | backhand; backhand shot |
Synonyms for "backhand stroke":
Related Definitions for "backhand stroke":
External Machine Translations: