Summary
English to Dutch: more detail...
-
bankroll:
-
Wiktionary:
bankroll → financieren
bankroll → budget, fonds, een rol bankbiljetten -
Synonyms for "bankroll":
roll; funds; finances; monetary resource; cash in hand; pecuniary resource
fund
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for bankroll from English to Dutch
bankroll: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bank: bank; handelsbank; oever; helling; berm; afgang; talud; glooiing; dijkhelling; sparen; op bankrekening zetten; wal; waterkant; bankrelatie
- roll: draaien; rollen; kantelen; ronddraaien; roteren; wentelen; broodje; puntje; kadetje; spoel; haspel; klos; winding; winder; werktuig om garen te winden; kleine punt; golven; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; deinen; tonneau; heen en weer zwaaien; verrollen
bankroll:
Translation Matrix for bankroll:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | roll |
Synonyms for "bankroll":
Related Definitions for "bankroll":
Wiktionary Translations for bankroll:
bankroll
verb
-
to fund a project
- bankroll → financieren
-
The monetary assets of a person or organization.
-
.A roll of banknotes.
- bankroll → een rol bankbiljetten