English
Detailed Translations for blossom out from English to Dutch
blossom out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- blossom: uitgroeien; bloesem; ontwikkelen; ontplooien; tot wasdom komen; bloeien; tot hoogconjunctuur komen; bloei; bloeiperiode; tot bloei komen; opbloei; ontgroeien
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
blossom out:
Translation Matrix for blossom out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | blossom; blossom forth; unfold |