English
Detailed Translations for boom out from English to Dutch
boom out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- boom: bloei; hoogconjunctuur; hausse; klap; knal; kwak; dreun; smak; vordering; vooruitgang; toename; explosie; ontploffing; plof; bam; schreeuwen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; knallen; bloeien; tot hoogconjunctuur komen; ontlading; rijzing; plotselinge uitbarsting
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
boom out:
Translation Matrix for boom out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | boom |