Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate casseroles

Translate casseroles from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

casseroles:
- kookpannen; stoofvleesgerechten
casserole:
- ovenschaal; schaal; kookpot; pot; stoofpan; stoofschotel
Wiktionary:
- casserole → braadpan, steelpan
- casserole → soufflé, ovenschotel, braadpan, steelpan, kastrol, kasserol, soepketel

English

Detailed Translations for casseroles from English to Dutch

casseroles:

casseroles [the ~] nomen

the casseroles
de kookpannen
- kookpannen [de ~] nomen, plural
the casseroles (stews)
stoofvleesgerechten
- stoofvleesgerechten [znw.] nomen

Translation Matrix for casseroles:

Noun	Related Translations	Other Translations
kookpannen	casseroles
stoofvleesgerechten	casseroles; stews

Related Words for "casseroles":

casserole

casserole:

casserole [the ~] nomen

the casserole (baking dish; dish)
de ovenschaal; de schaal
- ovenschaal [de ~] nomen
- schaal [de ~] nomen
the casserole (cooking-pot; pot; stewpan; chamber pot; stew-pan; saucepan; stewing-pan)
de kookpot; de pot
- kookpot [de ~ (m)] nomen
- pot [de ~ (m)] nomen
the casserole
de stoofpan
- stoofpan [de ~] nomen
the casserole
de stoofschotel
- stoofschotel [de ~] nomen

Translation Matrix for casserole:

Noun	Related Translations	Other Translations
kookpot	casserole; chamber pot; cooking-pot; pot; saucepan; stew-pan; stewing-pan; stewpan
ovenschaal	baking dish; casserole; dish
pot	casserole; chamber pot; cooking-pot; pot; saucepan; stew-pan; stewing-pan; stewpan	barrel; bucket; butt; cash for playing; cask; competition; contest; dike; drum; dyke; game; hold; lesbian; match; pail; pan; play; pool; pot; set; stakes; tub; vat; vessel; wee-wee
schaal	baking dish; casserole; dish	dish; hull; husk; platter; scale; shell
stoofpan	casserole
stoofschotel	casserole

Related Words for "casserole":

casseroles

Synonyms for "casserole":

dish

Related Definitions for "casserole":

large deep dish in which food can be cooked and served¹
food cooked and served in a casserole¹

Wiktionary Translations for casserole:

casserole

noun

pan met dikke wand, die geschikt is om er vlees enz. in te braden
- braadpan → casserole; saucepan
huishouden|nld kookkunst|nld kleine kookpan met een steel (niet meer dan 1,5 liter)
- steelpan → casserole; saucepan

Cross Translation:

From	To	Via
• casserole	→ soufflé; ovenschotel	↔ Auflauf — im Ofen überbackenes Gericht
• casserole	→ braadpan; steelpan; kastrol; kasserol	↔ casserole — Ustensile de cuisine à fond plat et à bords haut.
• casserole	→ soepketel	↔ marmite — récipient de terre ou de métal, où l’on fait ordinairement cuire les viandes dont le bouillon sert à faire le potage.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University