Summary
English
Detailed Translations for charge up from English to Dutch
charge up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- charge: factureren; in rekening brengen; aanklagen; ten laste leggen; beschuldiging; aanklacht; tenlastelegging; overdrijven; chargeren; verklaring; rapport; lading; proces verbaal; electrische lading; beschuldigen; verdenken; betichten; verdacht maken; incrimineren; gebieden; bevelen; opdragen; commanderen; gelasten; verordenen; decreteren; casseren; verordonneren; voorschrijven; dicteren; tenlaste leggen; toeslag
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
charge up:
Translation Matrix for charge up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | agitate; charge; commove; excite; rouse; turn on |