English
Detailed Translations for couple up from English to Dutch
couple up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- couple: paar; koppel; stel; stelletje; verbinden; koppelen; paren; neuken; vrijen; sexuele gemeenschap hebben; levenspaar; samenkoppelen; aanhaken; vasthaken; aanhangen; aankoppelen; vastkoppelen
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
couple up:
Translation Matrix for couple up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | couple; couple on |
Synonyms for "couple up":
Antonyms for "couple up":
Related Definitions for "couple up":
External Machine Translations: