Summary
English to Dutch: more detail...
-
crashing bore:
The word crashing bore exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for crashing bore from English to Dutch
crashing bore: (*Using Word and Sentence Splitter)
- crash: botsen; aanrijden; stoten op; op elkaar stoten; op elkaar knallen; botsing; aanrijding; collisie; breuk; scheur; barst; krak; klap; knal; kwak; dreun; smak; instorten; ineenstorten; aanvaring; verongelukken; afname; daling; val; terugloop; minder worden; instorting; debacle; ineenstorting; ineenzakking; beurskrach; krach; ontbinden; vastlopen; vergaan; verteren; rotten; verrotten; wegrotten; crashen; crash; vastloper
- bear: dragen; volhouden; uithouden; harden; dulden; uitzingen; opvangen; incasseren; iets verduren; verdragen; doorstaan; verteren; verduren; doorleven; velen; torsen; gebukt gaan onder; verstouwen; verstuwen; beer
- bore: vervelen; boren; aanboren; diameter; middellijn; zeur; zeikerd; zeurpiet; zeurkous; zemel; geitenbreier; lastpak; lastpost; hinderlijk persoon