English
Detailed Translations for data track from English to Dutch
data track: (*Using Word and Sentence Splitter)
- data: gegevens; data; feit
- track: weg; afstand; traject; route; ronde; etappe; tournee; baanvak; wissel; spoorwegwissel; baan; parcours; volgen; nalopen; achternagaan; achternalopen; sporen; in hetzelfde spoor lopen; pad; dreef; landweg; paadje; buitenweg; trekpad; hielspoor; wagenspoor; nummer; bijhouden; spoor; spoorweg; rails; spoorbaan
data track:
Translation Matrix for data track:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | track |