Summary
English to Dutch: more detail...
- draw:
-
Wiktionary:
- draw → trekking, gelijkspel
- draw → gelijkspelen, trekken, sluiten, aantrekken, tekenen
- draw → remise, verloting, trekking, aansprakelijk, zijn, voor, verantwoordelijk, tekenen, merken, trekken, in discrediet brengen, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten, ruïneren, te gronde richten, ten val brengen, verderven, aflaten, laten zakken, neerhalen, inkorten, verminderen, kleineren, afbreken, afgeven op, afkammen, een streep trekken, neerlaten, strijken, vellen, afdraaien, verlagen, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen, aanlokken, bekoren, toelachen, aantrekken, verlekkeren, lokken, aanhalen, aftekenen, uittekenen, coachen, trainen, fronsen, samentrekken, uitdragen, wegbrengen, wegdragen, gelijke stand, hozen, ontlenen, putten, scheppen, bezweren, bidden, smeken, paffen, schieten, vuren, aankomen, toucheren, aanboren
English
Detailed Translations for draw from English to Dutch
draw:
Conjugations for draw:
present
- draw
- draw
- draws
- draw
- draw
- draw
simple past
- drew
- drew
- drew
- drew
- drew
- drew
present perfect
- have drawn
- have drawn
- has drawn
- have drawn
- have drawn
- have drawn
past continuous
- was drawing
- were drawing
- was drawing
- were drawing
- were drawing
- were drawing
future
- shall draw
- will draw
- will draw
- shall draw
- will draw
- will draw
continuous present
- am drawing
- are drawing
- is drawing
- are drawing
- are drawing
- are drawing
subjunctive
- be drawn
- be drawn
- be drawn
- be drawn
- be drawn
- be drawn
diverse
- draw!
- let's draw!
- drew
- drawing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the draw (attraction)
-
the draw
Translation Matrix for draw:
Related Words for "draw":
Synonyms for "draw":
Antonyms for "draw":
Related Definitions for "draw":
Wiktionary Translations for draw:
draw
Cross Translation:
noun
draw
-
procedure by which the result of a lottery is determined
- draw → trekking
-
tie as a result of a game
- draw → gelijkspel
-
to end a game with neither side winning
- draw → gelijkspelen
-
to determine the result of a lottery
- draw → trekken
-
to close curtains etc.
- draw → sluiten
-
to attract
- draw → aantrekken
-
to pull out
- draw → trekken
-
to produce a picture
- draw → tekenen
Cross Translation: