English
Detailed Translations for dress shop from English to Dutch
dress shop: (*Using Word and Sentence Splitter)
- dress: jurk; robe; aantrekken; aankleden; aandoen; kleren; tenue; gewaad; verwachting; zwangerschap; dracht; kleden; zich kleden; uitmonsteren; zich tooien; japon; jurkje; opmaken; afwerken; versieren; garneren; opsmukken; schotels garneren; zich aankleden; uitdossing; uniform; livrei; kleding
- shop: winkel; winkelzaak; winkelen; inkopen; inslaan; boodschappen doen; inkopen doen; bedrijf; zaak; onderneming; firma; werkplaats
dress shop:
Translation Matrix for dress shop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | boutique |