Summary
English to Dutch: more detail...
-
driving wheel gear:
The word driving wheel gear exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for driving wheel gear from English to Dutch
driving wheel gear: (*Using Word and Sentence Splitter)
- drive: rijden; karren; motor; aandrijving; autorijden; opwekken; stimuleren; aansporen; prikkelen; aandrijven; opkrikken; sturen; reis; zenden; gang; tocht; uitstapje; rit; excursie; toer; tournee; dagreis; aan het stuur zitten; oprit; oprijlaan; inrit; kracht; energie; daadkracht; werklust; momentum; fut; puf; esprit; heien; uitje; trip; tochtje; toertje; dynamiek; voortstuwing; stuwkracht; drift; instinct; aandrift; stimulans; prikkel; impuls; opzwepen; mennen; een paard mennen; sterk prikkelen; aanzetten; berijden; klopjacht; drijfjacht; heenrit; station; rijtoer; rijtochtje; diskettestation; schijfstation
- wheel: stuur; stuurwiel; stuurrad; rad; waterrad; scheprad; molenrad; karren; kruien; fiets; fietsen; wiel; rijwiel
- Gear: Tandwielen
- gear: tandwiel; tandrad; versnelling; schakelinrichting; kleding; kleren; tenue; plunje; uitrusting; benodigde; versiering; outfit; uitzet; monstering; outillage; uitmonstering; harnas; tuig; toom; gareel
External Machine Translations: