Summary
English to Dutch: more detail...
-
extend:
- uitbreiden; expanderen; verruimen; vermeerderen; verwijden; uitbouwen; verbreiden; uitdijen; openen; vergroten; talrijker maken; groeien; toenemen; stijgen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan; geven; overgeven; overhandigen; aanreiken; aangeven; afgeven; toesteken; bijbouwen; aanbouwen; strekken
-
Wiktionary:
- extended → breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd, omvangrijk, veelomvattend
- extend → uitstrekken, uitbreiden, doortrekken, verlengen
- extend → smeren, besmeren, doorsmeren, spreiden, ontvouwen, uitspreiden, uitbouwen, uitbreiden, vergroten, afwikkelen, ontrollen, uitrollen, ophouden, rekken, strekken, uitsteken, uitstrekken, verdunnen, versnijden, verwateren
-
User Contributed Translations for extended:
- uitgebreide
English
Detailed Translations for extended from English to Dutch
extended:
Translation Matrix for extended:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | drawn-out; elongated; extensive; lengthened; lengthy; prolonged; protracted | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | baggy; sagging; stretched |
Related Words for "extended":
Synonyms for "extended":
Antonyms for "extended":
Related Definitions for "extended":
Wiktionary Translations for extended:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• extended | → breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; omvangrijk; veelomvattend | ↔ étendu — grand, large, vaste. |
extended form of extend:
-
to extend (expand; build out; widen; add on to; add; swell)
-
to extend (increase in number; increase; expand; enlarge)
-
to extend (increase; rise; expand; grow; ascent; arise; add to)
groeien; toenemen; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan-
de hoogte ingaan verb (ga de hoogte in, gaat de hoogte in, ging de hoogte in, gingen de hoogte in, de hoogte ingegeaan)
-
to extend (hand over; give; delate; present with; give to; pass; offer; hand; deliver up)
-
to extend (build out; expand; build; add on to; add new buildings; add)
-
to extend (stretch; strain)
Conjugations for extend:
present
- extend
- extend
- extends
- extend
- extend
- extend
simple past
- extended
- extended
- extended
- extended
- extended
- extended
present perfect
- have extended
- have extended
- has extended
- have extended
- have extended
- have extended
past continuous
- was extending
- were extending
- was extending
- were extending
- were extending
- were extending
future
- shall extend
- will extend
- will extend
- shall extend
- will extend
- will extend
continuous present
- am extending
- are extending
- is extending
- are extending
- are extending
- are extending
subjunctive
- be extended
- be extended
- be extended
- be extended
- be extended
- be extended
diverse
- extend!
- let's extend!
- extended
- extending
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for extend:
Related Words for "extend":
Synonyms for "extend":
Related Definitions for "extend":
Wiktionary Translations for extend:
extend
Cross Translation:
verb
extend
-
to possess a certain extent
- extend → uitstrekken
-
to cause to increase in extent
- extend → uitbreiden
-
to increase in extent
- extend → uitbreiden
verb
-
verlengen
-
iets een groter oppervlak laten innemen
-
langer laten duren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• extend | → smeren; besmeren; doorsmeren; spreiden; ontvouwen; uitspreiden; uitbouwen; uitbreiden; vergroten; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; ophouden; rekken; strekken; uitsteken; uitstrekken; verdunnen; versnijden; verwateren | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |