English
Detailed Translations for fancy up from English to Dutch
fancy up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fancy: voorkeur; keuze; smaak; voorliefde; houden van; lusten; lekker vinden; bui; kuur; gril; nuk; luim; aanstaan; believen; goeddunken; visualiseren
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
fancy up:
Translation Matrix for fancy up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | deck out; deck up; dress up; fig out; fig up; gussy up; overdress; trick out; trick up |