Summary
English to Dutch: more detail...
-
get in touch:
-
User Contributed Translations for get in touch:
contact opnemen -
Synonyms for "get in touch":
touch base; connect; interact
-
User Contributed Translations for get in touch:
English
Detailed Translations for get in touch from English to Dutch
get in touch: (*Using Word and Sentence Splitter)
- get: halen; pakken; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; binnenhalen; binnenbrengen; begrijpen; inzien; snappen; met het verstand vatten; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; inrukken; oplazeren
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- touch: voelen; aanraken; contact; aanraking; betreffen; raken; voeling; treffen; ontroeren; slaan op; beroeren; snufje; vleugje; waas; zweem; schijntje; flinter; floers; gevoel; sentiment; betasten; bevoelen; aangrijpen; tikje; klopje; kleine tik; aanstippen; aanroeren; even aanraken; toetsaanslag; roeren; toucheren; zitten aan; aangaan; belang inboezemen; zorg inboezemen
get in touch:
Translation Matrix for get in touch:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | connect; touch base |
Synonyms for "get in touch":
Related Definitions for "get in touch":
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
get in touch | contact opnemen | 5 |
External Machine Translations: