English
Detailed Translations for grazing land from English to Dutch
grazing land: (*Using Word and Sentence Splitter)
- graze: weiden; grazen; afgrazen; graseten; schaafwond; krab; kras; schram; krabwond; schampen; schampschot; ontvelling; stropen; ontvellen; schrammetje
- grazing: grazend; weidend
- land: land; landmassa; landen; neerkomen; op de grond komen; afdalen; neerdalen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen; raken; treffen; terechtkomen; eindigen; aflopen; teneindelopen; op zijn pootjes terechtkomen
- Åland: Åland
grazing land:
Translation Matrix for grazing land:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | lea; ley; pasture; pastureland | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | pasture |