Summary
English
Detailed Translations for grillwork from English to Dutch
grillwork: (*Using Word and Sentence Splitter)
- grill: rooster; braadrooster; braden; grill; grilloven
- work: taak; inspanning; werkzaamheid; ambacht; werken; arbeiden; werk; vak; beroep; leven; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; werkzaam zijn; uit werken gaan; arbeid; job; karwei; wrochten; bezigheid; werkzaamheden; ageren
- Work: Werk
grillwork:
Translation Matrix for grillwork:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | grill; grille; wirework |