Summary
English to Dutch: more detail...
-
ham-handed:
The word ham-handed exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "ham-handed":
bumbling; bungling; butterfingered; ham-fisted; handless; heavy-handed; left-handed; maladroit
-
Synonyms for "ham-handed":
English
Detailed Translations for ham-handed from English to Dutch
ham-handed: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ham: ham; achterbout van varken
- hand: hand; poot; klauw; jat; knuist; wijzer; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; medewerker; werknemer; arbeider; personeelslid; werkkracht; arbeidskracht; klerk; reiken; aanbieden; handje; werker; werkman; knecht; handdruk; boerenknecht; hulpje
ham-handed:
Translation Matrix for ham-handed:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| - | bumbling; bungling; butterfingered; ham-fisted; handless; heavy-handed; left-handed |