English
Detailed Translations for head-on from English to Dutch
head-on: (*Using Word and Sentence Splitter)
- head: hoofd; bol; hoofd van een mens; baas; chef; voorman; werkbaas; kop; kopzin; hoofdeinde; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman; krop; opeengepakte bladeren; knotten
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
head-on:
Translation Matrix for head-on:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | frontal |