Summary
English to Dutch: more detail...
-
implike:
The word implike exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "implike":
impish; mischievous; pixilated; prankish; puckish; wicked; playful
-
Synonyms for "implike":
English
Detailed Translations for implike from English to Dutch
implike: (*Using Word and Sentence Splitter)
- imp: kabouter; gnoom; aardmannetje; kobold; boosaardige kabouter; dwerg; zeer klein mens; duiveltje; elf; fee; schelmpje; nachtelfje
- like: naar; zoals; houden van; lusten; lekker vinden; genieten; amuseren; genot hebben van; dergelijke; dergelijk; zo'n; zodanig; zulke; zoiets; dusdanig; zo een; zulk; bevallen; prettig vinden; conveniëren; zowel als; aanstaan; believen; goeddunken; in overeenstemming met; net zo; evenzo
implike:
Translation Matrix for implike:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| - | arch; impish; mischievous; pixilated; prankish; puckish; wicked |