Summary
English to Dutch: more detail...
-
landmark:
-
Wiktionary:
landmark → oriëntantiepunt
landmark → landmerk, merkteken - User Contributed Translations for landmark:
herkenningspunt, mijlpaal, oriëntatiepunt, bezienswaardigheid -
Synonyms for "landmark":
position; place
turning point; watershed; juncture; occasion
reference point; point of reference; reference
structure; anatomical structure; complex body part; bodily structure; body structure
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for landmark from English to Dutch
landmark: (*Using Word and Sentence Splitter)
- land: land; landmassa; landen; neerkomen; op de grond komen; afdalen; neerdalen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen; raken; treffen; terechtkomen; eindigen; aflopen; teneindelopen; op zijn pootjes terechtkomen
- mark: branden; markeren; brandmerken; inbranden; van stigma's voorzien; cijfer; schoolcijfer; tekenen; kenmerken; typeren; karakteriseren; kenschetsen; merken; aankruisen; eigenschap; merk; merkteken; punt; beoordelingscijfer; kenmerk; kenteken; etiket; iemand kenmerken; vinken; afvinken; aanstrepen; rapportcijfer; litteken; onderscheidingsteken; herkenningsteken; keurmerken; schietschijf; doelschijf
landmark:
Translation Matrix for landmark:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | turning point; watershed | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | boundary mark |
Synonyms for "landmark":
Related Definitions for "landmark":
Wiktionary Translations for landmark:
landmark
Cross Translation:
noun
-
a recognizable feature used for navigation
- landmark → oriëntantiepunt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• landmark | → landmerk | ↔ Wahrzeichen — Kennzeichen und Sinnbild für eine Ortschaft, eine Landschaft oder ein Land |
• landmark | → merkteken | ↔ repère — trait, marque que l’on fait pour retrouver une hauteur, une distance, un alignement, pour ajuster avec exactitude différentes pièces d’un ouvrage. |