English
Detailed Translations for last out from English to Dutch
last out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- last: jongstleden; afgelopen; vorig; verleden; laatste; achterste; finaal; vorige; leest; jongste; benjamin; laatstgeborene; laatstgenoemd; laatstelijk; laatsten; hekkensluiters; blijven; duren; laatstgeboren
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
last out:
Translation Matrix for last out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | outride; ride out; stay |
Synonyms for "last out":
Related Definitions for "last out":
External Machine Translations: