Summary
English
Detailed Translations for leave office from English to Dutch
leave office: (*Using Word and Sentence Splitter)
- leave: vakantie; verlof; snipperdag; verloftijd; verlofjaar; vertrekken; verlaten; heengaan; gaan; weggaan; opstappen; opbreken; in de steek laten; verdwijnen; wegtrekken; afreizen; wegreizen; verwijderen; smeren; overlaten; bestellen; brengen; bezorgen; afgeven; overhandigen; afleveren; afsteken; afvaren; thuisbezorgen; wegvaren; zich verwijderen; uitgaan
- office: kantoor; kantoorgebouw; instelling; organisatie; instantie; lichaam; ministerie; departement
leave office:
Translation Matrix for leave office:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | quit; resign; step down |