English
Detailed Translations for love apple from English to Dutch
love apple: (*Using Word and Sentence Splitter)
- love: liefde; genegenheid; innigheid; houden van; liefhebben; schat; schatje; lieve; liefste; liefje; poepje; schattebout; snoes; scheetje; duifje; beminde; lieverd; lieveling; snoepje; beminnen; minnen; vriendin; geliefde; vrijen; liefkozen; de liefde bedrijven; minnekozen; bevallen; gelieven; aanstaan; plezieren; behagen; kindlief
- apple: appel; appels; handappel; appel vrucht; moesappel
love apple:
Translation Matrix for love apple:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Lycopersicon esculentum; tomato; tomato plant |