Summary
English to Dutch: more detail...
-
mark-setting:
The word mark-setting exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for mark-setting from English to Dutch
mark-setting: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mark: branden; markeren; brandmerken; inbranden; van stigma's voorzien; cijfer; schoolcijfer; tekenen; kenmerken; typeren; karakteriseren; kenschetsen; merken; aankruisen; eigenschap; merk; merkteken; punt; beoordelingscijfer; kenmerk; kenteken; etiket; iemand kenmerken; vinken; afvinken; aanstrepen; rapportcijfer; litteken; onderscheidingsteken; herkenningsteken; keurmerken; schietschijf; doelschijf
- set: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; set; strakgespannen; bepaalde hoeveelheid; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; koppel; stel; span; inklinken; groep van twee of meer; ondergaan; strak; situeren; zinken; star; zich afspelen; verstard; onder water gaan; groep; hoop; troep; bende; initiëren; op gang brengen; accumulatie; samenscholing; synchroniseren; gelijkzetten; manche; onderonsje; kliek; stremmen; stijf worden; benoemde set
- setting: zetten; zetwerk; zetsels; zetting; juweel zetting; instelling