Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate mortification

Translate mortification from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

mortification:
- mortificatie; deemoediging
Wiktionary:
- mortify → in discrediet brengen, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten, ruïneren, te gronde richten, ten val brengen, verderven, aflaten, laten zakken, neerhalen, inkorten, verminderen, kleineren, afbreken, afgeven op, afkammen, trekken, een streep trekken, neerlaten, strijken, vellen, afdraaien, verlagen, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen, iemand vernederen

English

Detailed Translations for mortification from English to Dutch

mortification:

mortification [the ~] nomen

the mortification
de mortificatie
- mortificatie [de ~ (v)] nomen
the mortification
deemoediging
- deemoediging [znw.] nomen

Translation Matrix for mortification:

Noun	Related Translations	Other Translations
deemoediging	mortification
mortificatie	mortification
-	chagrin; gangrene; humiliation; necrosis; sphacelus

Related Words for "mortification":

mortify

Synonyms for "mortification":

chagrin; humiliation; embarrassment
necrosis; gangrene; sphacelus; death
case; instance; example
self-denial; self-discipline; self-control

Related Definitions for "mortification":

(Christianity) the act of mortifying the lusts of the flesh by self-denial and privation (especially by bodily pain or discomfort inflicted on yourself)¹
an instance in which you are caused to lose your prestige or self-respect¹
strong feelings of embarrassment¹
the localized death of living cells (as from infection or the interruption of blood supply)¹

mortify:

Translation Matrix for mortify:

Verb	Related Translations	Other Translations
-	abase; chagrin; crucify; gangrene; humble; humiliate; necrose; sphacelate; subdue

Related Words for "mortify":

mortification

Synonyms for "mortify":

subdue; cricify; discipline; train; check; condition
subdue; cricify; control; hold in; hold; contain; curb; moderate
humiliate; chagrin; humble; abase; hurt; wound; injure; bruise; offend; spite
necrose; gangrene; sphacelate; waste; rot

Related Definitions for "mortify":

undergo necrosis¹
cause to feel shame; hurt the pride of¹
hold within limits and control¹
- mortify the flesh¹
practice self-denial of one's body and appetites¹

Wiktionary Translations for mortify:

Cross Translation:

From	To	Via
• mortify	→ in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen	↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
• mortify	→ kleinmaken; vernederen; verootmoedigen	↔ humilier — abaisser en rendant plein d’humilité.
• mortify	→ iemand vernederen	↔ mortifier — Humilier quelqu’un

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University