Summary
English to Dutch: more detail...
-
move from place to place:
The word move from place to place exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for move from place to place from English to Dutch
move from place to place: (*Using Word and Sentence Splitter)
- move: verhuizen; verzetten; vervoeren; roeren; verschikken; disloqueren; verplaatsen; verrijden; bewegen; beroeren; in beweging brengen; gaan; zich begeven; zich verplaatsen; lopen; stappen; zich voortbewegen; verschuiven; voor zich uitschuiven; schuivend verplaatsen; zet; schaakstukverplaatsing; raken; treffen; ontroeren; overplaatsen; standplaats veranderen; verleggen; iets verplaatsen; aangrijpen; manoeuvre; schijngevecht; spiegelgevecht; schijnkamp; sciamachie; zich bewegen; vertillen
- from: van; vanuit; vanaf nu; uit; weg; vanaf deze plaats
- place: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; plek; locatie; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; bijzetten; situeren; zich afspelen; wegleggen; hoek; stekkie; navigatieplaats
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m