Summary
English to Dutch: more detail...
-
move through:
The word move through exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "move through":
transit; pass through; pass across; pass over; pass; go through; go across
-
Synonyms for "move through":
English
Detailed Translations for move through from English to Dutch
move through: (*Using Word and Sentence Splitter)
- move: verhuizen; verzetten; vervoeren; roeren; verschikken; disloqueren; verplaatsen; verrijden; bewegen; beroeren; in beweging brengen; gaan; zich begeven; zich verplaatsen; lopen; stappen; zich voortbewegen; verschuiven; voor zich uitschuiven; schuivend verplaatsen; zet; schaakstukverplaatsing; raken; treffen; ontroeren; overplaatsen; standplaats veranderen; verleggen; iets verplaatsen; aangrijpen; manoeuvre; schijngevecht; spiegelgevecht; schijnkamp; sciamachie; zich bewegen; vertillen
- through: door; doorheen; door middel van; middels; doordat; erdoorheen
move through:
Translation Matrix for move through:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | pass across; pass over; pass through; transit |