Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate outlet

Translate outlet from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

outlet:
- steun en toeverlaat; uitlaatklep; riool; regenpijp; afvoerbuis; afwateringsbuis; spui; uitlaat; uitlaatpijp; vlampijp; waterafvoer; afwatering; lozing; stopcontact; contactdoos; wandcontactdoos
Wiktionary:
- outlet → stopcontact
- outlet → stopcontact, contactdoos, afrit, uitgang, uitweg, aandrijving, exodus, uittocht, besteding, vertering, uitgaaf

English

Detailed Translations for outlet from English to Dutch

outlet:

outlet [the ~] nomen

the outlet
steun en toeverlaat; de uitlaatklep
- steun en toeverlaat [znw.] nomen
- uitlaatklep [de ~] nomen
the outlet (drain; waste pipe; rain-pipe; drainage tube)
de riool; de regenpijp; de afvoerbuis; afwateringsbuis; het spui
- riool [de ~] nomen
- regenpijp [de ~] nomen
- afvoerbuis [de ~] nomen
- afwateringsbuis [znw.] nomen
- spui [het ~] nomen
the outlet (exhaust pipe; exhaust; outflow; release)
de uitlaat; de uitlaatpijp; de vlampijp
- uitlaat [de ~ (m)] nomen
- uitlaatpijp [de ~] nomen
- vlampijp [de ~] nomen
the outlet (water outlet; drainage; discharge; sewer; discharge point)
de waterafvoer; de afwatering; de lozing
- waterafvoer [de ~ (m)] nomen
- afwatering [de ~ (v)] nomen
- lozing [de ~ (v)] nomen
the outlet (power-point; wall plug; wall socket; socket; electric point; plug-socket; electric outlet; electrical outlet)
het stopcontact; de contactdoos; de wandcontactdoos
- stopcontact [het ~] nomen
- contactdoos [de ~] nomen
- wandcontactdoos [de ~] nomen

Translation Matrix for outlet:

Noun	Related Translations	Other Translations
afvoerbuis	drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
afwatering	discharge; discharge point; drainage; outlet; sewer; water outlet
afwateringsbuis	drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
contactdoos	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
lozing	discharge; discharge point; drainage; outlet; sewer; water outlet
regenpijp	drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
riool	drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe	drain; drainage-canal; sewer; sewerage
spui	drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
steun en toeverlaat	outlet
stopcontact	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
uitlaat	exhaust; exhaust pipe; outflow; outlet; release	exhaust; exhaust-valve
uitlaatklep	outlet	exhaust; exhaust-valve
uitlaatpijp	exhaust; exhaust pipe; outflow; outlet; release
vlampijp	exhaust; exhaust pipe; outflow; outlet; release
wandcontactdoos	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
waterafvoer	discharge; discharge point; drainage; outlet; sewer; water outlet
-	electric outlet; electric receptacle; electrical outlet; exit; issue; mercantile establishment; release; retail store; sales outlet; vent; wall plug; wall socket; way out

Related Words for "outlet":

outlets

Synonyms for "outlet":

mercantile establishment; retail store; sales outlet; place of business; business establishment
wall socket; wall plug; electric outlet; electrical outlet; electric receptacle; receptacle
exit; issue; way out; opening
release; vent; activity

Related Definitions for "outlet":

activity that frees or expresses creative energy or emotion¹
- she had no other outlet for her feelings¹
an opening that permits escape or release¹
a place of business for retailing goods¹
receptacle providing a place in a wiring system where current can be taken to run electrical devices¹

Wiktionary Translations for outlet:

outlet

noun

wall-mounted socket
- outlet → stopcontact

Cross Translation:

From	To	Via
• outlet	→ stopcontact; contactdoos	↔ Steckdose — Technik: Vorrichtung zum Anschluss elektrischer Geräte an das Stromnetz mit zwei Kontakthülsen zur Aufnahme der Steckerstifte
• outlet	→ afrit; uitgang; uitweg	↔ issue — sortie, lieu par où l’on sortir.
• outlet	→ aandrijving	↔ prise — faculté de prendre, de saisir.
• outlet	→ contactdoos	↔ prise de courant — Prise électrique
• outlet	→ exodus; uittocht; besteding; vertering; uitgaaf; afrit; uitgang; uitweg	↔ sortie — action de sortir.

External Machine Translations:

Related Translations for outlet

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University