Summary
English
Detailed Translations for outmanoeuvre from English to Dutch
outmanoeuvre: (*Using Word and Sentence Splitter)
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
- manoeuvre: manoeuvreren; marcheren; list; manoeuvre; kunstgreep; schijngevecht; spiegelgevecht; schijnkamp; sciamachie
outmanoeuvre:
Translation Matrix for outmanoeuvre:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | outmaneuver; outsmart |