Summary
English
Detailed Translations for outmatch from English to Dutch
outmatch: (*Using Word and Sentence Splitter)
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
- match: passen; bijpassen; overeenkomen; overeenkomen met; stroken; overeenstemmen met; stroken met; kloppen met; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; lucifer; luciferhoutje; kloppen; overeenstemmen; congruent zijn; match; evenaren; gelijke; weerga
outmatch:
Translation Matrix for outmatch:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | exceed; outdo; outgo; outperform; outstrip; surmount; surpass |