Interglot - "outsider" translated from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

outsider:
- buitenlander; vreemdeling; allochtoon; onbekende; vreemde; buitenstaander; outsider; niet favoriet zijn

English

Detailed Translations for outsider from English to Dutch

the outsider (foreigner; alien; stranger)
de buitenlander; de vreemdeling
- buitenlander [de ~ (m)] nomen
- vreemdeling [de ~ (m)] nomen
de allochtoon
– een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren ¹
- allochtoon [de ~] nomen
the outsider (unknown person; stranger; alien)
de onbekende; de vreemde; de vreemdeling
- onbekende [de ~] nomen
- vreemde [de ~] nomen
- vreemdeling [de ~ (m)] nomen
the outsider
de buitenstaander; de outsider
- buitenstaander [de ~ (m)] nomen
- outsider [de ~ (m)] nomen
the outsider (being unpopular; outcast)
de outsider; niet favoriet zijn
- outsider [de ~ (m)] nomen
- niet favoriet zijn [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
allochtoon	alien; foreigner; outsider; stranger	allochthone
buitenlander	alien; foreigner; outsider; stranger
buitenstaander	outsider
niet favoriet zijn	being unpopular; outcast; outsider
onbekende	alien; outsider; stranger; unknown person
outsider	being unpopular; outcast; outsider
vreemde	alien; outsider; stranger; unknown person
vreemdeling	alien; foreigner; outsider; stranger; unknown person
-	foreigner
Adjective	Related Translations	Other Translations
allochtoon		allochthonous
Other	Related Translations	Other Translations
-	stranger