Summary
English to Dutch: more detail...
-
overseer:
-
Wiktionary:
overseer → opzichter
overseer → baljuw, drost, opziener, surveillant -
Synonyms for "overseer":
superintendent; supervisor
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for overseer from English to Dutch
overseer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- see: zien; kijken; onderscheiden; bekijken; opmerken; staren; aanschouwen; turen; ontwaren; voelen; merken; waarnemen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; observeren; gadeslaan; te zien krijgen; bezichtigen; bezien; uit elkaar houden; uiteenhouden; visualiseren
overseer:
Translation Matrix for overseer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | superintendent | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | factory overseer; foreman; industrial supervisor; supervisor |
Synonyms for "overseer":
Related Definitions for "overseer":
Wiktionary Translations for overseer:
overseer
Cross Translation:
noun
-
one who oversees
- overseer → opzichter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overseer | → baljuw; drost; opziener; surveillant | ↔ bailli — (histoire) officier royal d’épée, au nom duquel la justice se rendre dans l’étendue d’un certain ressort, et qui avait droit de commander la noblesse de son district, lorsqu’elle était convoquer pour l’arrière-ban. |
External Machine Translations: